Ga direct naar inhoud
Home
NSC logo

Energiezekerheid

Energie-onafhankelijkheid is door de huidige politieke situatie in de wereld belangrijker dan ooit. Sterk stijgende gas- en olieprijzen hebben ons bewust gemaakt van het belang van eigen, betaalbare en duurzame energie. Dat geldt voor onze huishoudens én industrie. Alle sectoren moeten bijdragen aan CO2-reductie. We blijven ons houden aan de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs en zetten in op een klimaatneutrale economie. Zon, wind, geothermie, groen gas, waterstof en kernenergie zijn daarbij onmisbaar. De overheid moet stevig de regie nemen in de energietransitie, in het belang van inwoners en ondernemers.

  • Ons energienetwerk kan de toenemende vraag naar elektriciteit niet aan. En dat terwijl die vraag van zowel huishoudens als bedrijven door de energietransitie alleen maar zal toenemen. Daarom willen we het energienetwerk verzwaren. Op het tempo en de volgorde van investeringen moet meer landelijke en provinciale regie komen. Om de tariefstijging als gevolg van de forse investeringen in netverzwaring voor burgers en bedrijven te beperken, besteden we de opbrengsten van de verkoop van het Duitse deel van Tennet (deels) aan dit doel. Ook kijken we naar de mogelijkheid van gespreide afbetaling (amortisatie), laten we andere landen die onze stroom kopen meebetalen aan het transport en willen we het elektriciteitsnet slim benutten door piek- en dal-tarieven in te voeren, zodat mensen een prikkel hebben om bijvoorbeeld hun elektrische auto’s niet allemaal rond etenstijd op te laden.
  • We letten sterk op een eerlijke verdeling van de kosten van het elektriciteitsnet tussen bedrijven en huishoudens. Huishoudens moeten daarbij zoveel mogelijk worden ontzien, zodat de energierekening betaalbaar blijft. Daarom verlagen we de kosten voor huishoudens. Ook subsidies en regelingen voor verduurzaming moeten eenvoudig en toegankelijk zijn, zodat juist de mensen die dit het hardst nodig hebben kunnen investeren in energiebesparing. Zo voorkomen we uitsluiting en versterken we de maatschappelijke impact van de energietransitie.
  • De overheid treft de nodige ruimtelijke reserveringen voor wind- en zonneparken en waterstofproductie op de Noordzee, kerncentrales, warmte/geothermie en voor waterstof en ammoniak als opslag/drager van energie. Windparken worden op zee niet in ecologisch waardevolle gebieden gebouwd. Ook wordt rekening gehouden met vaarroutes en visserijgebieden. Door ecologische criteria standaard mee te nemen bij (proef)boringen en tenders werken we niet alleen aan het opwekken van duurzame energie, maar ook aan het versterken van de biodiversiteit.
  • Kernenergie levert een onmisbare bijdrage aan een continue en CO2-vrije energievoorziening. We treffen voorbereidingen voor de bouw van ten minste vier nieuwe kerncentrales en verkennen daarnaast actief de mogelijkheden voor Small Modular Reactors (SMR’s).
  • Er is een herbezinning nodig op de rol van de overheid in de productie en distributie van energie. Dit betreft zowel de gas-en oliewinning als de productie van duurzame energie (zon, wind, waterstof, warmte). We zetten in op wind op zee, indien nodig met de inzet van een contract in voor-en tegenspoed (contracts for difference) om onrendabiliteit tijdelijk te compenseren.
  • Het gasverbruik zal de komende jaren geleidelijk dalen. In de overgangsfase moet de overheid lange termijncontracten faciliteren voor de import van gas en LNG om de gasprijs te stabiliseren. Daarnaast moeten kleine velden op de Noordzee in exploitatie worden genomen. In of bij de Waddenzee wordt niet geboord. We gaan door met gaswinning in de kleine velden op land, maar het grote Groningerveld blijft dicht. Dit gas komt beschikbaar zodat Nederlandse huishoudens gegarandeerd gas hebben houden. Ook de productie van groen gas moet worden opgeschaald.
  • We stimuleren de toepassing van energieopslag in bijvoorbeeld batterijen, op buurtniveau en op bedrijventerreinen. Dit helpt de opstoppingen in het energienet op te lossen.
  • We zijn tegen de aanleg van zonnevelden op goede landbouwgronden en in natuurgebieden en tegen grote windparken op land. Zonnepanelen kunnen het best op daken en langs wegen en spoorlijnen worden opgesteld. Bij windturbines op land stellen we een heldere afstandsnorm. We steunen het vormen van lokale energiecoöperaties voor kleinschalige energieopwekking in wijken, dorpen en op bedrijventerreinen.
  • Steeds meer woonwijken worden aangesloten op een warmtenet. Omdat energie een basisbehoefte is, moet de overheid invloed houden op tarieven en aanbod. We kiezen voor een laag vast tarief en een hoger variabel tarief, zodat huishoudens grip houden op hun kosten. Warmtenetten moeten grotendeels in publieke handen zijn. Als tarieven toch te hoog dreigen te worden, moet de overheid ingrijpen om betaalbaarheid te garanderen.
  • We stimuleren de toepassing van biobased grondstoffen zoals hout en vezels, voor hoogwaardige toepassingen in onder meer de bouw en de chemie. We zijn tegen het verbranden van biomassa om energie op te wekken. We willen daarom geen subsidie voor BECCS of houtige biomassa.
  • Voor de transitie van de industrie, de energiesector, de maritieme sector en de luchtvaart is het Europese emissiehandelssysteem (ETS) het beste systeem, waardoor de uitstoot van CO2 een oplopende prijs krijgt. Vanaf 2026 zullen veel vrije rechten vervallen en zal de uitstoot door de industrie snel duurder worden. Hiermee worden ook de belastingkortingen op fossiele brandstoffen deels afgebouwd. Met de opbrengsten kunnen private investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie in eigen land gestimuleerd worden. We willen verdragen heronderhandelen die nu maken dat de vervuilende uitstoot door de luchtvaart en scheepvaart deels is uitgezonderd van belastingen. En we zien erop toe dat deze sectoren de komende jaren volledig onder ETS vallen.
  • Het afvangen en opslaan van CO2 (CCS) is een tijdelijke oplossing. Deze mag niet afleiden van de noodzaak om het gebruik van fossiele grondstoffen af te bouwen. We accepteren dat CCS de komende jaren wel onderdeel is van de maatregelen die nodig kunnen zijn om de klimaatdoelen te halen.
  • We beperken de nationale ‘koppen’ op de Europese aanpak als het gaat om reductiedoelen, tempo, subsidies en belastingen. We willen ervoor waken dat het effect van een maatregel is dat de CO2 emissies zich naar een ander land verplaatsen. De nationale ‘fossiele subsidies’ die grote bedrijven ontvangen in de vorm van vrijstellingen en degressieve tarieven in de energiebelasting willen we in Europees verband afbouwen.
  • De energietransitie moet voor huishoudens en bedrijven uitvoerbaar en betaalbaar zijn. Financiële steun kan nodig zijn als private investeringen een te lange terugverdientijd hebben of niet van de grond komen, zoals bij huurwoningen, publieke gebouwen, de energie-intensieve industrie en het mkb.
  • De beste manier om de uitstoot te verminderen en energiekosten te laten dalen ligt voor de hand: minder energie verbruiken. Er moet een nationaal programma energiebesparing komen. Voor slecht geïsoleerde woningen moet een lagere huurprijs gaan gelden.
  • De warmtepomp wordt bij het vervangen van cv-ketels de nieuwe norm, maar met oog voor uitvoerbaarheid (flats, appartementen) en betaalbaarheid.

Onze fysieke leefomgeving: hoofdpunten

  1. Ruimtelijke keuzes maken: niet alles kan meer overal.
  2. Oplossen van stikstofprobleem door aanpak van modellenwerkelijkheid en vermindering van uitstoot.
  3. Goed verdienmodel hebben voor jonge boeren.
  4. Verantwoordelijkheid nemen voor het terugdringen van CO2-uitstoot en andere uitstoot die de gezondheid en het milieu schaden.
  5. Rekening houden met schadelijke effecten van uw gedrag op anderen en de omgeving.

Onze fysieke leefomgeving: alle standpunten


Onze plannen voor Nederland