Ga direct naar inhoud
Home
NSC logo

AANPAK STIKSTOFCRISIS

De stikstofcrisis verlamt Nederland. De broodnodige doorbraak laat nog steeds op zich wachten. De stikstofuitstoot moet omlaag door beleid dat zich op alle sectoren richt, een gebiedsgerichte aanpak en meer ruimte bij doelsturing. Tegelijkertijd willen we stoppen met de aanpak die volledig leunt op rekenmodellen. Activiteiten met de geringste stikstofuitstoot krijgen nu vaak geen vergunning meer vanwege de modelmatige detailsturing in Nederland. Dit heeft een desastreus effect op agrarische bedrijven en op mensen in het landelijke gebied.

  • De uitstoot van stikstof moet significant zijn teruggedrongen in 2035. Alle sectoren – industrie, verkeer, zee- en luchtvaart en landbouw – dragen bij aan die doelstelling en nemen maatregelen. De keuze voor een meer grondgebonden landbouw zal een groot effect hebben op het terugdringen van uitstoot in deze sector.
  • We vervangen de normen voor stikstofdepositie in de wet door reductiedoelen voor stikstofuitstoot, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitstoot van ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Deze uitstoot wordt gemeten en beperkt bij de bron.
  • We zetten in op een door de wetenschappelijk onderbouwde en juridisch houdbare rekenkundige ondergrens van 1 mol/ha/jaar om de modellenwerkelijkheid aan te pakken en boeren met geringe stikstofuitstoot een toekomst te geven.
  • We houden in de wetgeving oog voor de sociaal-economische gevolgen van maatregelen, zoals ook de EU-richtlijn bepaalt. Dit betekent dat bij het afgeven van vergunningen er bestuurlijke speelruimte moet zijn om activiteiten toe te staan die maar weinig stikstof uitstoten.
  • Boeren krijgen meer ruimte om te bepalen hoe zij de uitstootnormen halen, op basis van doelsturing. Boeren die het goed doen, moeten een beloning krijgen. We stoppen met de huidige aanpak en opkoop van piekbelasters die gebaseerd is op het neerslagmodel Aerius. Toekomstige opkoopprogramma’s spitsen zich toe op concentratiegebieden, stoppers en verouderde bedrijven. Voor jonge boeren, duurzame boeren en bedrijven moet er een toekomst zijn; zij worden met een transitieplan ondersteund.
  • De legalisering van de PAS-melders en interimmers die al jarenlang in een schrijnende positie verkeren, krijgt de hoogste prioriteit. Om de PAS-melders eindelijk te legaliseren en hen rechtszekerheid te geven, passen we het natuurvergunningstelsel fundamenteel aan. We doen dit mede op basis van de praktijk in naburige EU-landen, in het bijzonder Duitsland en Frankrijk. De effecten van stikstof op natuur worden hierin op een meer realistische manier meegenomen.
  • Bij de inspanningen voor natuurbehoud en -herstel laten we ons leiden door onderzoek en monitoring, met een duidelijke rollenscheiding tussen terreinbeheerder, provincie en een onafhankelijke toezichthouder. Hierbij wordt niet alleen naar stikstof gekeken, maar naar de complete actuele staat van de natuur. Aan beheerplannen en natuurdoelanalyses worden wettelijke kwaliteitseisen gesteld.
  • In en rond Natura 2000-gebieden nemen we gebiedsgerichte maatregelen om natuur te behouden of te herstellen. Het rijk maakt in dit kader afspraken met de provincies over agrarisch natuurbeheer, ecosysteemdiensten en het extensiveren of verplaatsen van bedrijven. In een regionaal gebiedsproces wegen we naast doelen op het gebied van stikstof, water, natuur en klimaat ook de leefbaarheid en het perspectief voor de landbouw mee (integrale benadering). We houden rekening met de specifieke problemen in grensgebieden.
  • We faciliteren regionale grondmobiliteit, waarbij we de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor grondeigenaren borgen. We zijn tegen gedwongen uitkoop.
  • Er komt een ‘right to challenge’ voor agrarische collectieven om het beheer van kleinere natuurgebieden over te nemen van beheerders van natuurterreinen.

Onze fysieke leefomgeving: hoofdpunten

  • Ruimtelijke keuzes maken: niet alles kan meer overal.
  • Oplossen van stikstofprobleem door aanpak van modellenwerkelijkheid en vermindering van uitstoot.
  • Goed verdienmodel hebben voor jonge boeren.
  • Verantwoordelijkheid nemen voor het terugdringen van CO2-uitstoot en andere uitstoot die de gezondheid en het milieu schaden.
  • Rekening houden met schadelijke effecten van uw gedrag op anderen en de omgeving.

Onze fysieke leefomgeving: alle standpunten


Onze plannen voor Nederland