Ga direct naar inhoud
Home
NSC logo

We vechten voor een koopkrachtig pensioen

Bestaanszekerheid vraagt om een koopkrachtig pensioen. De AOW heeft haar koopkracht behouden door de koppeling aan de lonen. Maar dat geldt niet voor de aanvullende pensioenen. Gepensioneerden met een aanvullend pensioen zagen hun uitkering jarenlang niet stijgen en soms zelfs dalen. Het is hoog tijd om hun koopkracht structureel te verbeteren.


Geert (87): krijgt elk jaar minder pensioen. Geert is gepensioneerd en heeft een pensioenuitkering bij het ABP. De afgelopen 20 jaar is zijn koopkracht met maar liefst 22% gedaald doordat zijn pensioen niet voldoende is verhoogd om de inflatie (prijsstijgingen) bij te kunnen houden. Hij houdt daarom elk jaar minder geld over om zijn boodschappen te doen en zijn energierekening te betalen. Nieuw Sociaal Contract wil daarom dat in wetgeving veel beter op koopkracht wordt gestuurd zodat gepensioneerden een eerlijk pensioen krijgen.

  • De AOW blijft de basis onder het pensioenstelsel. We zorgen voor ervoor dat de AOW blijft meegroeien met onze welvaart. We blijven de implementatie van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) kritisch volgen. We houden vast aan een AOW-leeftijd die geleidelijk meestijgt met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord. We willen het aantal mensen dat nauwelijks of geen aanvullend pensioen opbouwt terugdringen.
  • Inflatierisico is één van de grootste risico’s voor gepensioneerden. Het nieuwe pensioenstelsel moet meer sturen op koopkracht. Hiervoor verkennen meerdere opties, waaronder het inzetten van solidariteitsreserve. Wetgeving voor een betere sturing op koopkracht wordt zo spoedig mogelijk gemaakt.
  • De wetgeving voor aanvullende pensioenen moet simpeler en minder ‘blind’ op wiskundige modellen sturen. Geen modellenwerkelijkheid maar een realistische benadering dus: meer open normen om ook met onvoorziene omstandigheden om te gaan. Dit zorgt voor lagere kosten en een betere sturing op een goed pensioen. We maken daarom een wettelijke standaard voor het gebruik van modellen.
  • De overgang naar een nieuw pensioenstelsel kost geld. Pensioenfondsen moeten transparanter zijn en deelnemers volledig inzicht geven in de totale kosten. Na de overgang naar het nieuwe stelsel stellen we duidelijke grenzen aan hoeveel beheers- en beleggingskosten een pensioenuitvoerder mag maken om de regeling uit te voeren.
  • We blijven duurzame inzetbaarheid stimuleren zodat mensen zinvol en gezond langer aan het werk kunnen blijven. Voor mensen met zware beroepen moet het mogelijk blijven om eerder met pensioen te gaan. We zijn er trots op dat het Vroegpensioenakkoord gesloten is en beschouwen dat als basis.
  • Het nabestaandenpensioen en de pensioenverdeling bij scheiding willen we verbeteren. De vormgeving van de wetgeving rondom nabestaandenpensioen werkt grote verschillen bij pech en geluk in de hand en leidt tot onverklaarbare situaties. Ook de pensioenverdeling bij scheiding is nog niet goed geregeld, het is belangrijk dat hier snel nieuwe wetgeving voor komt.
  • Brussel mag de Nederlandse pensioenfondsen niet als geldmachine voor investeringen in Europa gebruiken in het kader van de Europese Spaar- en Investeringsunie. Pensioenfondsen moeten zelf de keuze houden waar ze het kapitaal van deelnemers beleggen, om rendement en een goed pensioen te kunnen beschermen.

Bestaanszekerheid: onze hoofdpunten

  1. Wie werkt, moet een eerlijk loon verdienen en niet afhankelijk zijn van toeslagen.
  2. We zorgen voor een koopkrachtig pensioen voor ouderen.
  3. We gaan voor een flinke vereenvoudiging van ons toeslagen- en belastingstelsel.
  4. Mensen mogen niet worden vermorzeld door regels en uitvoeringsinstanties. We maken de regels begrijpelijker en uitvoerbaarder.
  5. Voor mensen die arbeidsongeschikt zijn, maken we het systeem eerlijker en overzichtelijker.

Alle standpunten