Ruimte voor de zorgprofessional, minder bureaucratie
Het tekort aan zorgprofessionals in de directe zorg zal de komende jaren alleen maar toenemen. Door de bureaucratie drastisch terug te dringen, willen we onze zorgprofessionals minder buiten de directe zorg laten werken en hen juist meer ruimte geven om bezig te zijn met waar hun hart ligt: de echte zorg aan het bed.
- Bij nieuw overheidsbeleid op het gebied van zorg wordt voortaan structureel getoetst hoeveel regeldruk nieuwe wet- en regelgeving veroorzaakt. Daarmee bouwen we voort op het Aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord (AZWA), maar leggen we de lat hoger: ons doel is om de zorgbureaucratie in vijf jaar tijd te halveren, conform de aanbevelingen van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving in het rapport ‘Is dit wel verantwoord?’ (2023).
- Registraties moeten krachtig worden verminderd of gestopt, te beginnen met de kwaliteitskeurmerken en accreditaties. Hiervoor wordt een deskundige commissie met doorzettingsmacht aangesteld. Ook komt er meer aansturing om uniformiteit van formulieren, kwaliteitsuitvragen en aanbestedingen bij gemeenten en zorgverzekeraars te realiseren. We zijn kritisch over informatieaanvragen van de Nederlandse Zorgautoriteit waarbij zorgverleners hun beroepsgeheim moeten doorbreken.
- We willen een landelijk, veilig en toegankelijk patiëntendossier voor iedere zorgverlener, altijd beschikbaar, met toestemming van de patiënt. Zo voorkomen we dubbel werk, fouten en onnodige vertraging. De koppeling van patiëntgegevens moeten optimaal beveiligd worden tegen cyberaanvallen. Terughoudend zijn we bij opvraag van patiëntgegevens door instanties zoals de Nederlandse Zorgautoriteit.
- Door middel van inzet van opleidingsfondsen en het persoonlijk ontwikkelbudget stimuleren we zij instroom en herintreders in de zorg. De drempel om in te stromen moet lager worden door meer gebruik te maken van deelcertificaten en vrijstellingen vanwege kennis en ervaring op andere gebieden. Ook willen we een eenvoudiger erkenning van buitenlandse diploma’s en een betere begeleiding van statushouders naar de zorg.
- De uitstroom van zorgmedewerkers naar flexarbeid wordt ontmoedigd door het opvolgen van de aanbevelingen van de commissie-Borstlap. Arbeidscontracten moeten weer de norm worden. Flexwerkers worden ook in de zorg louter voor ‘piek en ziek’ ingezet.
- Zorgfuncties komen in de top 10 schaarste-profielen van het UWV. Een opleiding tot een functie uit die top 10 mag tijdens een WW-uitkering of met behoud van bijstand gevolgd worden, waarbij de sollicitatieplicht wordt opgeschort.
- Zorg- en welzijnsaanbieders en de regio’s worden ondersteund bij goed werkgeverschap en werkplezier om personeel te behouden. Bijvoorbeeld door meer te investeren in bij- en nascholing van medewerkers in lage functiegroepen, ziekteverzuim te verminderen, instroom te verbeteren en meer uren te bieden, met name voor de schaarse beroepen zoals verpleegkundigen en v0erzorgenden. Daarnaast moet aandacht zijn voor goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden.
- Het grootste deel van het opleidingsbudget in ziekenhuizen gaat naar medisch specialisten. Die scheve verdeling moet rechtgezet worden: verpleegkundigen en verzorgenden aan het bed verdienen ook een goed opleidingsbudget om hen te behouden en te versterken.
- Om zorgmedewerkers te behouden investeren we in vervolgopleidingen die hen helpen doorgroeien binnen hun werk. Zo krijgen zij meer kansen en toekomstperspectief en blijven zij verbonden met de werkgever en behouden voor de zorg.