Ga direct naar inhoud
Home
NSC logo

We bouwen meer woningen

De wooncrisis is vooral een uitvoeringscrisis. Nieuw Sociaal Contract wil sneller kunnen bouwen door bureaucratische barrières weg te nemen en besluiten af te dwingen. Het is nodig om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen (waarvan 30% sociaal en 2/3de betaalbaar, maatwerk per regio).

Irene (40): gescheiden maar niet vrij. Sinds haar scheiding woont Irene met haar twee kinderen in het koophuis dat nog op naam van haar ex staat. Hij vertrok naar het buitenland, maar komt geregeld langs “omdat het ook zijn huis is”. Ze voelt zich er niet meer thuis. Ze wil weg, een plek voor zichzelf en de kinderen, maar er is niets te huur. De wachtlijst voor een sociale huurwoning is 7 jaar. Urgentie krijgt ze niet. Ze voelt zich gevangen in haar eigen huis. Nieuw Sociaal Contract neemt maatregelen zodat er meer betaalbare huurwoningen worden gebouwd, zodat ook mensen met een smalle beurs een woning kunnen vinden.
  • We zorgen ervoor dat geschillen tussen gemeenten en provincies binnen de wettelijk gestelde termijn worden opgelost. Lukt dat niet, dan neemt de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de regie en hakt de knoop door.
  • Locaties die vanwege de wooncrisis zeer snel moeten worden bebouwd volgen een verkorte (bezwaar)procedure. Provincies krijgen een belangrijke stem in het aanwijzen van deze versnellingslocaties.
  • De gemeentelijke goedkeuring van bouwplannen wordt aan strikte termijnen gebonden en de mogelijkheden voor bezwaar en beroep worden ingeperkt. Waar nodig geven we gemeenten mensen, kennis en middelen om processen te versnellen.
  • We investeren € 2 miljard extra in een versnellingsfonds voor de woningmarkt. Met het geld worden woningbouwprojecten sneller uitgewerkt, concrete knelpunten aangepakt en vergunningen eerder verleend.
  • De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening houdt regie op de volkshuisvesting en krijgt een taakstelling voor het aantal woningen dat jaarlijks gebouwd moeten worden. De minister stuurt en monitort strak via kwartaalrapportages hoeveel woningen in verschillende prijsklassen gepland staan of al gebouwd zijn. Zo kunnen we problemen vroegtijdig signaleren en waar nodig bijsturen.
  • Het Rijk maakt afspraken met provincies en gemeenten over het aantal te bouwen woningen. En ziet erop toe dat in provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies en volkshuisvestingsplannen voldoende nieuwbouwlocaties worden aangewezen. Grote nieuwbouwlocaties komen in principe rond de middelgrote en grote steden, op plekken die per trein en via de snelweg goed bereikbaar zijn. In dorpen en kernen moet gebouwd kunnen worden voor de lokale behoefte. Barrières om aan de randen van steden en dorpen ‘een straatje erbij’ te kunnen bouwen worden weggenomen.
  • Het moet eenvoudiger worden om woningen te splitsen, op te toppen, of om leegstaande kantoorpanden te transformeren naar woonruimte. Waar mogelijk vergunningsvrij. Het is doodzonde dat in de huidige schaarste bestaande gebouwen niet benut worden. Dat vraagt om creatief denken. Vernieuwende ideeën van overheden en marktpartijen moeten niet langer stuklopen tegen een muur van wetten en regels. We investeren in innovatieve woonoplossingen zoals conceptbouw, fabriekswoningen en modulaire bouw. Zo kunnen woningen kwalitatief goed en toch snel worden gebouwd.
  • Rijksgronden kunnen prima woonlocaties zijn, we zetten ze actief in bij gebiedsontwikkelingen.
  • Er komt een gemeentelijke heffing om grondspeculatie tegen te gaan. Als grond in waarde stijgt, moet dat extra geld gaan naar de gebiedsontwikkeling of sociale woningbouw. Daarnaast maken we het mogelijk om verouderde terreinen te onteigenen van het huidige gebruik, zodat grondspeculanten er geen woekerprijzen voor kunnen vragen.
  • We willen ontwikkelaars ruimte geven om, samen met de lokale bevolking, een goed stedenbouwkundig plan te maken. Toetsing van een breed gedragen plan aan het gemeentelijk beleid moet eenvoudiger worden, zodat snel tot uitvoering kan worden overgegaan. Gemeenten kunnen geen extra eisen stellen dan vastgelegd in het Bouwbesluit.
  • In het bouwplan moet ook aandacht zijn voor investeringen in groen en natuur. Als het plan is opgesteld samen met lokale natuurorganisaties, wordt dit beloond met een vrijstelling van kostbaar en tijdrovend nader ecologisch onderzoek.
  • Om de woningbouw te versnellen zetten we in op twee bewezen strategieën: de bouw van flexibele, modulaire woningen en het forceren van doorbraken in bestaande plannen die al in de pijplijn zitten.
  • We verlenen hoge prioriteit aan vergunningverlening voor woningbouwprojecten, ook in relatie tot stikstof. Circulaire bouwinitiatieven voor jongerenwoningen verdienen extra aandacht en versnelde procedures.
  • Nederland moet actief monitoren of nieuwe EU-regelgeving het realiseren van nationale beleidsdoelen in de weg zit. Het parlement moet tijdig worden geïnformeerd over mogelijke uitzonderingen of aanvullende richtlijnen.
  • We zien dat de overheid ook regie moet voeren op andere onderdelen die de woningbouw kunnen belemmeren, zoals stikstof, netcongestie, drinkwaterproblemen. Zie daarvoor het hoofdstuk over de fysieke leefomgeving.

Oplossen van de wooncrisis: onze hoofdpunten

  1. Versnellen van de woningbouw door verkorte procedures, een versnellingsfonds van €2 miljard en een crisisaanpak.
  2. De Rijksoverheid moet knopen kunnen doorhakken bij knelpunten, bijvoorbeeld bij het aanwijzen van bouwlocaties om te komen tot een bouwprogramma met meer betaalbare woningen.
  3. Bouwen van extra betaalbare huurwoningen en koopwoningen door corporaties en marktpartijen.
  4. Huurders beschermen: een maximum stellen aan huren in de sociale huursector en midden-huur en het invoeren van een huurregister.

Oplossen van de wooncrisis: alle standpunten

Overzicht: alle standpunten