Ga direct naar inhoud
Home
NSC logo

Onze digitale overheid

De digitalisering van de overheid gaat voor veel mensen te snel, waardoor de overheid steeds afstandelijker en minder toegankelijk wordt. Het toeslagenschandaal heeft pijnlijk duidelijk gemaakt hoe het verzamelen van gegevens kan ontsporen: mensen kwamen onterecht op zwarte lijsten, zonder enige vorm van hoor en wederhoor. Data gingen een eigen leven leiden, en onschuldige mensen werden behandeld als verdachten – met grote persoonlijke gevolgen.

  • De digitale overheid moet richting de burger meer als één overheid functioneren. Dit vereist meer holistische aansturing, minder verkokering en minder bureaucratie. We pleiten daarom voor een Ministerie van Digitale Zaken en Staatsmodernisering naar Duits voorbeeld.
  • Om de wirwar van digitale overheidsdienstverlening overzichtelijker en toegankelijker te maken, moeten burgers de overheid kunnen benaderen via één online overheidsportaal, naar het Deens model. Ook fysieke contactmogelijkheden op gemeentehuizen en informatiepunten in openbare bibliotheken moeten beschikbaar zijn en blijven. We moeten voorkomen dat de overheid zich achter een digitale muur verschuilt en niet langer zichtbaar en benaderbaar is.
  • Als het gaat om gegevensuitwisseling binnen de overheid, moet er meer vanuit het belang van de burger gedacht worden. Dat betekent dat proactieve gegevensdeling mogelijk moet zijn als het mensen helpt of de samenleving aantoonbaar veilig houdt. Uiteraard moeten we zeer terughoudend zijn als het gaat om het volgen of profileren van individuen. Bij gevoelige data behoort zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van privacybevorderende technologie.
  • Het gebruik van algoritmen en automatische beoordelingen kan leiden tot ernstige en onherstelbare fouten. We komen met een verplichte wetenschappelijke standaard voor het gebruik van modellen, rekeninstrumenten en algoritmen door de overheid. Deze standaard moet openbaar en navolgbaar zijn. Daarbij moet duidelijk zijn wat het toepassingsbereik is, of het instrument correct binnen dat bereik wordt gebruikt en of voldoende wordt gelet op de statistische en methodologische beperkingen.Algoritmische risicoprofilering moet periodiek onderworpen worden aan een kwalitatieve en kwantitatieve toets om te voorkomen dat mensen gediscrimineerd worden of ten onrechte als fraudeur worden aangemerkt. Vastlegging in het algoritmeregister wordt verplicht.
  • De vele onderliggende ICT-problemen binnen de overheid moeten integraal en met grote urgentie worden opgepakt. Om de systemen van overheidsinstellingen meer op elkaar aan te laten sluiten, moet er (verplicht) meer gebruik gemaakt worden van generieke digitale infrastructuur en open standaarden.
  • De overheid moet zorgvuldiger met privacygevoelige gegevens van burgers omgaan. Het uitgangspunt wordt dat deze slechts eenmaal worden opgeslagen (het ‘once only’-principe) naar Ests voorbeeld. Wanneer een persoon/bedrijf/instantie deze gegevens wil opvragen, wordt de zoekvraag geregistreerd en gemeld bij de burger. Burgers kunnen dan zien wie hun data gebruikt en er eventueel een klacht over indienen.
  • We hanteren het principe dat de burger zo veel mogelijk zeggenschap moet krijgen over de data die over hem of haar worden verzameld en verwerkt. Daarom willen we verkennen of er bij digitale dienstverlening gebruikgemaakt kan worden van een persoonlijke digitale kluis die de burger zelf beheert. Dit levert mogelijk zowel een betere waarborg van de privacy als een betere informatie uitwisseling tussen burger en dienstverlener op.
  • Om onze overheidsgegevens beter te beschermen, moet de overheid weten waar de digitale infrastructuur staat, wie de eigenaar is en hoe data worden beveiligd – en hierop ook toezicht houden. Gevoelige overheidsdata worden zo veel mogelijk lokaal opgeslagen. Voor het delen en verhandelen van deze data tussen verschillende overheidsorganisaties moeten strenge regels gelden.
  • Onze overheid moet niet vanuit het buitenland met één decreet digitaal kunnen worden platgelegd. De risicovolle afhankelijkheid van de Nederlandse overheid van de Amerikaanse cloud moet daarom met spoed worden afgebouwd. In ICT-aanbestedingen moet onze digitale autonomie zwaarder meewegen. Er moet meer gebruik worden gemaakt van lokale en Europese (cloud)oplossingen, in lijn met de voorstellen uit onze initiatiefnota ‘Wolken aan de horizon’.
  • De uitvoering is steeds meer gedigitaliseerd en het is ingewikkeld om de technologische doorwerking van wetgeving en beleid te overzien. Daarom wordt binnen de Tweede Kamer een Bureau voor Technologie opgericht ter ondersteuning van de wetgevende en controlerende taak.
  • We moeten voorkomen dat de overheid data van onze burgers voedt aan de tech-reuzen omdat zij hun AI-modellen daarop trainen. De overheid moet wanneer het nuttig is zeker gebruik maken van AI-toepassingen, maar hierbij omwille van de veiligheid en privacy bij voorkeur kiezen voor soevereine of lokaal draaiende AI-modellen.

Onze digitale omgeving

  • Duidelijke spelregels in wetgeving voor het verzamelen, opslaan, gebruiken en delen van onze data en het beschermen van de privacy.
  • Geen surveillancestaat.
  • Een goede beveiliging van digitale infrastructuur voor vitale overheidsdiensten.
  • Aandacht voor digitale geletterdheid bij burgers.
  • Weerbaarheid bij het verstrekken en delen van persoonsgegevens.
  • Meer oog voor elkaar en minder voor de smartphone.

Onze digitale omgeving: alle standpunten

Overzicht: alle standpunten