Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de migratie van overheid-ICT naar het buitenland. Dit onderwerp heeft de afgelopen tijd veel aandacht gekregen, omdat Nederland niet alleen op het gebied van defensie, maar ook op het vlak van digitalisering eenzijdig afhankelijk is gemaakt van de Verenigde Staten. Nu president Trump een onvoorspelbaar economisch beleid voert en veel big techleiders zich openlijk achter hem hebben geschaard, is het voor de positie van Nederland noodzakelijk om een hogere mate van digitale autonomie te bereiken, in het bijzonder daar waar het de cloud betreft.
De dominantie van Amerikaanse hyperscalers
Op dit moment wordt de markt van clouddiensten gedomineerd door drie grote Amerikaanse bedrijven, de zogenaamde hyperscalers. De Nederlandse overheid heeft steeds meer van haar data en digitale diensten ondergebracht bij deze hyperscalers. Dit brengt grote risico’s met zich mee. De Verenigde Staten kunnen, wanneer het in hun belang is, druk uitoefenen op Nederland door te dreigen deze clouddiensten stil te leggen. Dit zou in het ergste geval de Nederlandse overheid plat kunnen leggen. Daarnaast zouden de afspraken over databescherming tussen de EU en de VS kunnen worden afgezwakt, waardoor de Amerikaanse overheid eenvoudiger toegang zou kunnen krijgen tot Nederlandse overheidsdata – iets wat technisch gezien nu al grotendeels mogelijk is. Gezien de geopolitieke onrust kunnen we er niet op vertrouwen dat de VS dit in de toekomst niet zal doen. Dit is een afhankelijkheidspositie waarin we niet moeten willen verkeren.
Tijd voor actie
Gelukkig zijn er alternatieven. Mede daarom heb ik vorig jaar samen met GL-PvdA de initiatiefnota 'Wolken aan de horizon' geschreven. Zowel in Nederland als in Europa zijn er bedrijven die zeggen een alternatief voor de Amerikaanse hyperscalers te kunnen bieden. Deze partijen zijn lang niet zo groot, maar dat komt mede doordat er nooit een industriepolitiek is gevoerd om hen te laten groeien.
De Dutch Cloud Community, een samenwerkingsverband van Nederlandse cloudondernemers, heeft bijvoorbeeld al aangegeven bereid te zijn samen te werken met de overheid. Via strategische samenwerking met andere EU-landen kunnen we een ‘Bijenkorf Megascaler’ opzetten, gebaseerd op het model van Instituut Clingendael. Hierdoor zouden de benodigde functionaliteiten worden samengebracht in een gedeelde cloud. In plaats van afhankelijk te zijn van één dominante speler, zou er een goed functionerend cloudecosysteem kunnen ontstaan dat ook bijdraagt aan het verdienvermogen en de brede welvaart van Nederland.
Daarnaast kijk ik met veel interesse naar het initiatief van verschillende Nederlandse universiteiten en SURF om gezamenlijk de Duitse open-source-oplossing Nextcloud te implementeren. Dit vergt meer inhoudelijke expertise dan simpelweg een allesomvattend pakket van een hyperscaler installeren, maar de overheid heeft deze expertise in huis, zij het nog erg versnipperd.
Een noodzakelijke stap naar digitale onafhankelijkheid
Vanzelfsprekend kunnen we als Nederland nooit volledig digitaal autonoom zijn, denk bijvoorbeeld aan de chips en grondstoffen die benodigd zijn voor onze digitale infrastructuur. Maar de bovengenoemde initiatieven laten zien dat er mogelijkheden zijn om Nederland daadwerkelijk minder afhankelijk te maken van Tech giganten. Nu is het tijd om ambitie te tonen en door te zetten. We kunnen de continuïteit van onze digitale overheid niet langer rechtstreeks afhankelijk laten zijn van partijen uit de Verenigde Staten. Dit houdt ons in een kwetsbare positie. Wat Nieuw Sociaal Contract betreft moet het een expliciete doelstelling worden om deze afhankelijkheid af te bouwen. Het is nu hét moment om onze digitale autonomie serieus te nemen en een strategische koers te bepalen. Nederland moet de regie pakken over zijn digitale toekomst – in het belang van onze veiligheid, economie en autonomie.