Ga direct naar inhoud
Home
NSC logo
Nieuwsoverzicht

Eddy van Hijum: Samen blijven we opstaan voor verandering!

6 sep 2025

Op zaterdag 6 september vond in Apeldoorn het ledencongres van Nieuw Sociaal Contract plaats met onder andere een toespraak van Eddy van Hijum. In zijn toespraak stond het verschil maken op bestaanszekerheid centraal.

G0K3-mQWUAEhtHL.jpg

Bekijk de speech van Eddy hieronder terug:

Lees de speech van Eddy hieronder:

De laatste tijd krijg ik heel vaak de vraag – en dat zal iets met peilingen en berichtgeving te maken hebben – “geloof je er wel in?” Nou, als je vandaag hebt meegemaakt, als je de discussie met de leden hebt geproefd, hebt gezien hoe we dat met elkaar hebben gedaan, het enthousiasme van de kandidaten hier op dit podium: hoe kun je dan nog aan mij vragen of ik erin geloof? Ja, ik geloof erin. We gaan dit met elkaar doen, mensen!

Ik ben ontzettend trots op het programma dat we hebben, en op de kandidaten die we hebben. Maar ik wil om te beginnen ook een bijzonder woord van welkom richten, niet alleen aan jullie als leden – wat fijn dat jullie er zijn! – en aan de kandidaten, maar ook aan mijn gezin, mijn vrouw en kinderen, met aanhang. Ook heel fijn. Daarbij heb ik gezegd: je krijgt geen studiepunten voor deze aanwezigheid.

En een bijzonder woord van welkom aan mijn ouders, die daar achterin zitten. Zij steunen mij altijd onvoorwaardelijk en hebben mij wijze lessen meegegeven. Eén daarvan wil ik met jullie delen: Foar de wyn is elts in hurdsiler. Dat is Fries.

Ik zie mensen kijken: “Ben ik hier dan toch op het congres van de Fryske Nasjonale Partij?” Nee mensen, dat is niet aan de orde. Het betekent: als je de wind mee hebt, dan kan iedereen hard varen. Maar als je tegenwind hebt, dan moet je laten zien wat je waard bent. Dat geldt voor mij, en dat geldt voor deze partij.

Twee jaar geleden, en een aantal mensen hebben er al aan gerefereerd, hebben wij Nieuw Sociaal Contract opgericht. Dat was een beweging die begon met Pieter Omtzigt, met zijn visie en ideeën, maar vooral ook met zijn inzet en manier van politiek bedrijven. Het is al vaak gezegd: het opstaan tegen onrecht, keihard daarvoor inzetten en niet opgeven. Je ergens in vastbijten als een terriër totdat het opgelost is. Dat heeft heel veel mensen geïnspireerd.

Ik denk dat wij hier allemaal, als leden en politiek actieve mensen, schatplichtig zijn aan wat hij is begonnen. Daarom wil ik Pieter vanaf deze plek ontzettend bedanken voor wat hij in gang heeft gezet, en hem alle goeds toewensen bij zijn herstel. Dat geldt ook voor Nicolien. Ook haar wil ik bedanken, want met haar inzet – jullie zagen net die mooie foto van de start in haar tuin – heeft ze ontzettend veel voor deze partij betekend, voor én achter de schermen. Het is doodzonde dat ze er niet bij is. Dank dus ook voor jullie support daarvoor.

Wat er gebeurde bij die oprichting van de partij was heel bijzonder. Duizenden leden meldden zich aan om mee te doen, uit alle hoeken van de samenleving: mensen uit de rechterlijke macht, woningcorporaties, ondernemers, mensen uit de zorg, toeslagenouders. Allemaal meldden ze zich om samen verandering te brengen.

Bijzonder was ook dat veel van hen nooit eerder politiek actief waren geweest, vaak niet eens lid van een andere partij. Dat zegt iets over de behoefte om eindelijk de dingen op te pakken die te lang waren blijven liggen. Het is ons gelukt om die beweging op te zetten. Een beweging die weg wil van de oude machtspolitiek van VVD en CDA. Die naar een menselijke overheid wil, de menselijke maat centraal stelt, geen modellen of spreadsheets maar de problemen in de samenleving. Die de burger niet als klant ziet, maar als mens met rechten en plichten. Een nieuw sociaal contract, dat wilden we met elkaar.

Ook voor mij persoonlijk was dat de reden om mij aan te sluiten bij die beweging. Ik was tot dan toe gedeputeerde in de prachtige provincie Overijssel. Jullie hebben net kunnen zien hoe mooi het daar is. Maar wat daar speelde was ingrijpend: de stikstofproblematiek. En dat ging eigenlijk over veel meer dan stikstof alleen.

Boeren werden geconfronteerd met oplossingen waar ze niet mee uit de voeten konden, met kaartjes die over hun hoofd heen werden verzonnen. PAS-melders, ik noem ze hier toch even. Het klinkt technisch, maar het is vergelijkbaar met de ellende van de toeslagenouders. Mensen die te goeder trouw hun bedrijf hadden opgezet en uitgevoerd, en die van de ene op de andere dag hoorden dat ze in overtreding waren en handhaving op hun dak kregen. Het is gewoon niet uit te leggen richting die mensen.

Ook bij mij in het dorp hingen de vlaggen omgekeerd aan de lantaarnpalen. Ik heb aan de keukentafel gezeten bij mensen die het niet meer zagen zitten. Dat soort onrecht, daar moest tegen worden opgetreden. En Den Haag bood het niet. Sterker nog: het frustreerde mij dat er vanuit Den Haag geen ruimte was voor provincies om met die mensen aan de slag te gaan en oplossingen te verzinnen.

Want echt, je hoeft boeren niet uit te leggen dat een gezond bodemleven, een goede waterkwaliteit en de verbinding met natuur belangrijk zijn. Bij mij in de achtertuin, het Lierderbroek – zoek het maar eens op, beste mensen – hebben boeren zelf besloten om weidevogelgebieden in te richten en te beheren. Oplossingen bedenken en uitvoeren. Vaak is het enige wat nodig is dat de overheid dat ziet, en ruimte geeft. Mensen willen zelf verantwoordelijkheid nemen. Dat is de essentie van Nieuw Sociaal Contract.

Ik vond dat we samen de stap moesten zetten om die verbinding te herstellen. En veel Nederlanders vonden dat met ons, want op 22 november 2023 lukte het ons om vanuit niets twintig zetels te halen. Er is maar één partij eerder geweest die dat voor elkaar kreeg. Het was een historische prestatie, maar ook een enorme verantwoordelijkheid.

We hebben met elkaar gezegd: wij lopen die verantwoordelijkheid niet uit de weg. Ja, we zagen de moeilijkheden van samenwerking met de PVV. Ook ik persoonlijk. En ja, we zagen de verschillen met VVD en BBB. Maar desondanks hebben we de stap naar voren gezet. Want mensen roepen om verandering. Het moet anders.

En heeft dat altijd gebracht wat we ervan verwacht hadden? Nee. Het is een achtbaan geworden in het afgelopen jaar, afgelopen anderhalf jaar. En daar zijn we niet zonder builen en schrammen uitgekomen. Maar die wil, die heeft echt een glimp kunnen opvangen – en ik durf te zeggen: méér dan een glimp – van wat wij bedoelen met goed bestuur.

We hebben net een aantal voorbeelden gehoord hier op het podium, maar laat ik om te beginnen eens even bij de fractie beginnen. Want ik mocht de afgelopen week terugkeren in de Tweede Kamerfractie en meteen in de eerste week heb ik kunnen zien hoe er in die fractie is gewerkt om samen met andere partijen verschil te maken en met voorstellen te komen die het leven van mensen verbeteren.

Afgelopen week verdedigde Olger van Dijk zijn initiatiefwet om provincies meer ruimte te geven om zelf het openbaar vervoer te regelen. Marktwerking in het openbaar vervoer werkt niet meer. Wat heb je eraan als er geen bus rijdt in jouw dorp of regio? Hij heeft samen met de PvdA een initiatiefwet gemaakt om provincies daarin meer oplossingsruimte te geven. En die gaat het deze week waarschijnlijk in de Kamer halen. Het is maar één voorbeeld.

Een ander voorbeeld: begin deze week heeft Harm Holman samen met de ChristenUnie een voorstel gedaan waarmee hij doet wat dit kabinet en minister Wiersma nalaten, namelijk eindelijk perspectief bieden op een landbouw die zich kan richten op bedrijfsvoering binnen duurzame kaders. Een grondgebonden veehouderij. Een hele belangrijke zet.

En het zijn maar twee voorbeelden. Het zijn maar twee voorbeelden van de initiatieven die in de afgelopen jaren vanuit die fractie zijn gekomen. In totaal zijn het er volgens mij vijftien geweest, maar altijd samen met andere partijen. Altijd oplossingsgericht. En zet dat eens af tegen wat de grootste politieke partij, de grootste politieke fractie in de Tweede Kamer, presteert. Het aantal tweets, het aantal berichten op X, is omgekeerd evenredig met de aanwezigheid tijdens Kamerdebatten. Ze komen vaak niet eens opdagen. Afgelopen week nog vroegen wij een debat aan over Arib, die toch niet heel netjes behandeld is – en ze komen niet opdagen. Wat ons betreft geldt, en dat staat ook in ons programma: als je structureel niet komt opdagen, dan korten we op je salaris.

Dat was de Kamer. Maar ook vanuit het kabinet hebben we de afgelopen periode ontzettend veel kunnen doen. Niet zoveel als we hadden willen doen, we hadden dingen willen afmaken, maar we hebben veel in gang gezet. Kijk naar de zaken die we op bestaanszekerheid hebben gedaan. We hebben geknokt om armoede terug te dringen, om meer geld uit te trekken voor de huurtoeslag, voor het kindgebonden budget, voor schoolmaaltijden in wijken waar kinderen zonder ontbijt op school komen.

We hebben ons ingezet voor de aanpak van arbeidsmigratie, om dat terug te dringen. Voor studiemigratie. We hebben de sociale advocatuur bereikbaar gemaakt. Er is 30 miljoen voor gekomen. Toegang tot het recht voor de meest kwetsbare mensen in de samenleving – een fundamenteel punt voor NSC – hebben wij dichterbij gebracht. Dus ja, we hebben ontzettend veel gedaan, we hebben gepresteerd.

Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen: het is onvoldoende geweest om Nederland te overtuigen. En waar ligt dat aan? We hebben natuurlijk uiteindelijk vooral het afgelopen jaar een kabinet gezien dat heel veel ruzie heeft gemaakt. Een coalitie waarin heel veel ruzie is gemaakt, waarin mensen elkaar weinig ruimte gunden, waarin te weinig werd samengewerkt. Ook vanuit het idee dat we met elkaar dat verschil moeten maken en die grote doorbraken moeten realiseren.

Valt ons daar zelf ook iets aan te verwijten? Ja, natuurlijk. Hebben we zelf alles goed gedaan? Nee. Waren we altijd het toonbeeld van stabiliteit? Nee. Maar wél altijd met de intentie om oplossingen te vinden. Wij hebben ons altijd gehouden aan de afspraken van het hoofdlijnenakkoord. Afspraak is afspraak. Dat heb ik thuis geleerd, en dat geldt voor iedereen.

En dan is het ontzettend zuur dat, als je asielwetten door de Tweede Kamer haalt, je coalitiepartijen dan zeggen: we stemmen in met een amendement over strafbaarstelling van illegaliteit, waardoor notabene ook hulpverlening strafbaar wordt. Daarvan hebben we gezegd: dat is onacceptabel. Maar het heeft wel een dikke kras in die samenwerking aangebracht. En dat was niet het enige voorbeeld.

En toen, als druppel die de emmer deed overlopen, de kwestie Gaza. Laat ik daar toch één ding nog over zeggen. Want Caspar, ontzettend fijn dat je hier vandaag bij ons bent. En ik was ook weer onder de indruk van wat je zei. Wij hebben jou allemaal leren kennen als een buitengewoon deskundig, betrokken minister die in die hele ingewikkelde kwestie over Gaza – en je hebt zelf gezegd hoe gepolariseerd het in de samenleving ligt – voortdurend heeft geprobeerd om voor en achter de schermen het verschil te maken. Je was voortdurend op zoek naar oplossingen, ook door gebruik te maken van de vele contacten die jij in dat gebied nog hebt, want je was ambassadeur in dat land.

En je hebt altijd naar die balans gezocht. Want ja, je weet heel goed wat er op 7 oktober twee jaar geleden is gebeurd en wat de verschrikkingen van Hamas zijn. Je hebt het hier op het podium ook gezegd. Maar je weet ook dat een land als Nederland internationale verplichtingen heeft: om alles te doen wat in zijn vermogen ligt om genocide tegen te gaan, om mensenrechten te respecteren en om daar waar ellende en leed is óók op te staan. Dat moet je doen als minister en als regering. Daar ging het in essentie om.

Die noodzaak voelde jij, en niet alleen in de laatste week, maar ook de weken daarvoor. En op het moment dat je dan het gevoel hebt dat je op zo'n fundamentele kwestie niet de bewegingsruimte krijgt die je nodig hebt, dan trek je een streep – en jij stond op. Letterlijk, maar ook figuurlijk. En ik waardeer en respecteer jou daarom. Wij hebben met elkaar de afweging gemaakt: op zo’n principieel punt kunnen we jou niet laten gaan. Wij staan met elkaar op. Er zijn momenten, mensen, dat verantwoordelijkheid betekent: blijven zitten. En er zijn momenten dat het betekent: opstaan. Caspar, alle respect en waardering voor wat je voor ons hebt gedaan, en ook voor de principiële streep die je hier hebt gezet.

Ik zei net al even: het ging hier natuurlijk om de morele kwestie, om je verantwoordelijkheid nemen – ook in het landsbelang, in een demissionaire setting. Maar er zat natuurlijk veel meer onder: het gebrek aan samenwerking. Elkaar dingen gunnen.

Ik loop best al een tijdje mee in de politiek, zoals jullie weten. En ja, er zijn altijd tegenstellingen. Er is altijd politiek. Er zijn ook altijd politieke spelletjes. Daar lig ik niet direct wakker van. Maar als je het gevoel hebt dat er op geen enkele manier ruimte is om met elkaar écht te doen wat nodig is – elkaar dingen te gunnen, respect te hebben voor elkaars opvattingen, maar ook daarna stappen vooruit te zetten – dan houdt het een keer op.

De noodzaak om die andere politieke en bestuurlijke cultuur te brengen is meer aanwezig dan ooit. En dat is de reden waarom ik hier met overtuiging sta. Want ja, ik had net als veel anderen ook iets anders kunnen gaan doen. Maar ik geloof – echt geloof – dat wij als politieke beweging dat verschil kunnen maken. Dat wij de brug kunnen zijn die de politiek nu nodig heeft.

En dan bedoel ik:

  • de brug tussen vastgeroeste politieke opvattingen van bestaande partijen
  • de brug tussen overheid en samenleving – want de overheid moet niet alles zelf bedenken, de samenleving is keihard nodig

en misschien ook:

  • de brug ín de samenleving zelf. Niet tegenover elkaar staan, al twitterend en roeptoeterend, maar luisteren naar de ander, kijken of er iets in zit, en van daaruit stappen vooruit zetten.

Die brug, beste mensen, kunnen wij als politieke beweging zijn. Maar dan moet je wel eerlijk zijn over de problemen. Want de basis is op een aantal punten niet op orde.

De overheid vervult zijn verantwoordelijkheid en taak nu onvoldoende. We hebben misschien te veel ruimte gegeven aan marktwerking. Ik noemde net al het openbaar vervoer. Maar wat heb je aan keuzevrijheid in de zorg als je geen huisarts hebt? Wat heb je aan een arbeidsmarkt met alleen maar flexcontracten, draaideurconstructies en schijnzelfstandigheid, en geen vastigheid? Die markt werkt op een aantal punten niet. Daarom moet de overheid weer verantwoordelijkheid nemen voor de publieke zaak: goede zorg, bestaanszekerheid, goed onderwijs.

En laat ik een concreet voorbeeld geven: bestaanszekerheid. Er is al veel over gezegd, maar het blijft ons speerpunt nummer één. We willen kwetsbare mensen niet in de steek laten. En dat begint met sociale zekerheid eenvoudiger maken. Een brief van de overheid moet begrijpelijk zijn. Een foutje mag niet meteen tot een straf leiden. En als er voorzieningen zijn waar je recht op hebt, moet de overheid je daarop wijzen.

Maar belangrijker: we moeten het stelsel écht hervormen. Want de basis van onze partij ligt in de toeslagenaffaire. En toch bestaan al die toeslagen nog steeds. We hebben van de sociale zekerheid een doolhof gemaakt waarin niemand de weg weet. Dat moet veranderen. We moeten het toeslagenstelsel op de schop nemen, vereenvoudigen. Dat is een grote opgave, en die kunnen we alleen samen met de hele Kamer, van links tot rechts, realiseren.

In ons programma doen we dat bijvoorbeeld door het minimumloon te verhogen én door een groot aantal toeslagen af te schaffen. De zorgtoeslag kan verdwijnen door een basispremie van €50 in te voeren. Dan hoeven mensen geen €160 of €170 meer te betalen, en is de zorgtoeslag overbodig. Zo’n hervorming vraagt samenwerking met andere partijen.

En ja, werken moet lonen. Dat vinden wij net als de VVD belangrijk. Maar wat zij in hun programma voorstellen – dat werkenden altijd meer vooruit moeten gaan dan gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden – dat is ronduit asociaal. Stel je voor wat dat over twintig jaar betekent voor de kloof tussen werkenden en mensen met AOW of arbeidsongeschikten.

Ook migratie vraagt om een brugfunctie. Want migratie houdt veel mensen bezig. Elk jaar groeit onze bevolking met het equivalent van een stad als Delft. Dat zet druk op woningen, zorg, onderwijs, en de leefbaarheid van wijken. Maar het debat wordt vaak oneerlijk gevoerd. Rechts heeft het alleen over asielzoekers, terwijl het grootste deel van de migratie arbeidsmigratie is. Links doet precies het omgekeerde: arbeidsmigratie bespreken ze wel, maar asiel is taboe. Wij zeggen: je moet eerlijk zijn over beide.

En ja, als je hier komt met een vergunning, heb je recht op bescherming – maar ook de plicht om de taal te leren en te werken. Wij laten mensen nu veel te lang aanmodderen. Dat moet echt anders.

Een laatste brug die wij kunnen slaan, is die tussen generaties. We zijn blij met de jongeren op onze lijst, want zij brengen toekomstperspectief. Jongeren hebben nu te maken met studieschulden, woningnood en onzeker werk. Wij willen hen zekerheid bieden. Maar we vragen ook iets terug. Want vrede, veiligheid en welvaart komen ons niet aanwaaien. Jongeren zijn keihard nodig – in de zorg, in de krijgsmacht, in het vrijwilligerswerk. We doen ook een beroep op hen.

Tot slot, mensen: ik sta hier als aanvoerder van een team. En ik geloof er echt in dat wij samen met jullie – leden en kandidaten – het verschil kunnen maken. Het is een achtbaan geweest, maar we staan overeind. We hebben de mensen en de ideeën.

En ja, ik zie hoe andere partijen alweer beginnen met uitsluiten. D66 zegt: we helpen rechts niet. De VVD zegt: PvdA/GroenLinks niet. Maar zo komen we niet verder. Als we stilstand willen, moeten we zo doorgaan. Wat nodig is, zijn partijen die eerlijk zijn over de problemen en bereid om samen te werken. Want geen enkele partij haalt straks een meerderheid.

Wij kunnen een relevante factor zijn in de oplossing. En ik ben gemotiveerd om dat met jullie te doen. Want onze beweging draait niet in de eerste plaats om zetels, maar om de verbinding met de samenleving. Dat is ons fundament.

En mensen: niets is onmogelijk. 29 oktober is nog ver. Er is geen enkele partij zeker van zetels. Wij kunnen dat verschil maken. En kijk om je heen in de samenleving: als Vitesse kan terugkomen, dan kunnen wij het ook.