Ga direct naar inhoud
Home
no alt text
Klik hier om terug te gaan naar het overzicht

Eddy van Hijum

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vicepremier

EddyvanHijum.png

Opleiding en carrièreverloop:

Na de middelbare school in Sneek studeerde Eddy van Hijum bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Daarna promoveerde hij aan dezelfde universiteit en werkte hij bij de adviesbureaus Infram, PwC en KPMG. Daarnaast was hij vanaf 1998 ruim vijf jaar gemeenteraadslid in Zwolle voor het CDA. In september 2003 werd Eddy lid van de Tweede Kamer, waar hij onder meer de portefeuilles sociale zaken en financiën vervulde. In 2014 maakte hij de overstap naar de provincie Overijssel, waar hij gedeputeerde werd voor regionale economie en arbeidsmarkt. Vanaf 2019 was Eddy tevens lid van het Europees Comité van de Regio’s in Brussel. Na ruim acht jaar verliet hij de provinciale politiek, om voorzitter te worden van de Maatschappelijke Raad Schiphol en toezichthouder bij netbeheerder Rendo. In augustus 2023 sloot Eddy zich aan bij Nieuw Sociaal Contract en schreef hij het verkiezingsprogramma voor de partij. Op 6 december 2023 werd hij opnieuw geïnstalleerd als Tweede Kamerlid.

Maak kennis met Eddy van Hijum

Waarom bent u de juiste persoon op dit departement?

Het bouwen aan bestaanszekerheid in een sociale markteconomie, waarbij we oog houden voor kwetsbare mensen, loopt als een rode draad door mijn politieke en bestuurlijke loopbaan. Al in de gemeenteraad van Zwolle hield ik mij bezig met sociale kwesties zoals de sterke toename van het aantal daklozen en de participatie van mensen met een beperking. Als Tweede Kamerlid van 2006 tot 2012 zette ik mij al in voor bestaanszekerheid als woordvoerder op het gebied van arbeidsmarkt, sociale zekerheid en inkomensbeleid. In Overijssel hield ik mij als provinciebestuurder daarna ruim acht jaar bezig met de thema’s werkgelegenheid, innovatie en arbeidsmarkt, met bijzondere aandacht voor het midden- en kleinbedrijf. Ik wil mijn ervaring en kennis graag blijven inzetten voor bestaanszekerheid in een samenleving waarin mensen hun talenten kunnen inzetten, waarin ondernemingen bloeien én waarin we solidair blijven met mensen die door ziekte, arbeidsongeschiktheid of ongeluk getroffen worden.

Wat is voor u de grootste uitdaging die u denkt tegen te komen op uw departement?

De sociale zekerheid is een doolhof geworden. Te veel mensen kunnen in de ingewikkelde regelingen maar moeilijk de weg vinden en belanden onder het sociaal minimum. Het vereenvoudigen en verbeteren van het stelsel van toeslagen, uitkeringen en belastingen is een ingewikkelde opgave en een kwestie van lange adem. Maar we moeten er nu serieus werk van maken. Tegelijkertijd moeten we maatregelen treffen die armoede en bestaansonzekerheid op de korte termijn terugdringen.

Wat is het eerste dat u gaat doen op uw eerste werkdag als minister of staatssecretaris?

In je eentje krijg je weinig voor elkaar. Ik ga dus investeren in samenwerking, om te beginnen met collega’s in het kabinet en met de ambtelijke organisatie. Ook wil ik snel in gesprek gaan met onder meer werkgevers, vakbonden, zelfstandigen, uitkeringsgerechtigden, gepensioneerden, uitvoeringsorganisaties en gemeenten. En natuurlijk met de Tweede Kamer, om breed draagvlak te zoeken voor het regeringsbeleid.

Wat hoopt u te bereiken met uw departement?

Ruimte geven aan werkenden en ondernemers om in te spelen op veranderingen, met behoud van onderlinge solidariteit in de sociale zekerheid en een overheid die het sociaal minimum voor iedereen waarborgt. En we gaan aan de slag met het terugdraaien van de doorgeschoten arbeidsmigratie.

Wat is er anders in Nederland en voor de Nederlanders na uw ambtstermijn?

Het vertrouwen in de politiek en de overheid kan terugkeren als mensen ervaren dat het kabinet hun zorgen over bestaanszekerheid serieus neemt. Mensen moeten voldoende inkomen kunnen halen uit een vaste baan, sneller een betaalbare woning kunnen vinden en beschikken over voldoende middelen om voedsel, zorg en de energierekening te kunnen betalen. En zij moeten hun kinderen een goede toekomst kunnen geven. Voor ouderen betekent bestaanszekerheid een pensioen dat koopkrachtbehoud centraal stelt en voldoende zekerheid biedt.

Uw motto?

Als Fries zeg ik: ”Doch dyn plicht en lit de lju mar rabje.” (neem je verantwoordelijkheid en laat je niet afleiden door het geklets van mensen)