Ga direct naar inhoud
Home
no alt text
Klik hier om terug te gaan naar het overzicht

Caspar Veldkamp

Minister van Buitenlandse Zaken

CasparVeldkamp.png

Opleiding en carrièreverloop

Caspar Veldkamp studeerde bestuurskunde. Na dienstplicht te hebben vervuld bij de Koninklijke marine deed hij het zogenaamde diplomatenklasje. Hij was in diverse functies werkzaam op het departement van Buitenlandse Zaken en op de Nederlandse ambassades in Warschau en Washington. In 2011 werd hij de Nederlandse ambassadeur in Israël, en in 2015 ambassadeur in Griekenland tijdens de euro- en migratiecrises. Tijdens de coronacrisis functioneerde hij als zaakgelastigde in Brussel. Hij verliet het ministerie van BZ in september 2020 om bewindvoerder (lid van de raad van bestuur) te worden van de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) te Londen. In november 2023 werd hij gekozen als lid van de Tweede Kamer voor Nieuw Sociaal Contract. Hij is er woordvoerder voor buitenland en voor asiel en migratie.

Maak kennis met Caspar Veldkamp

Waarom bent u de juiste persoon op dit departement?

We hebben te maken met een wereld waarin machtsverhoudingen verschuiven, oorlog in- en nabij Europa woedt en onzekerheid opgeld doet. Het is nuttig om iemand te hebben met internationale ervaring in zo’n context. Die heb ik zowel in de Haagse beleidsvoering als aan de Europese onderhandelingstafels. Maar ik ken ook de uitvoeringspraktijk, zoals op de eilanden in 2015/16 tijdens de migratiecrisis in Griekenland of bij het helpen oplossen van de eurocrisis daar. Bij de bank was ik bezig met klimaatfinanciering en het draaiende helpen houden van bedrijven in Oekraïne. Ik heb aantoonbaar samengewerkt met allerlei Nederlandse ministeries, bedrijven en maatschappelijke organisaties en beschik over een breed internationaal netwerk.

Wat is voor u de grootste uitdaging die u denkt tegen te komen op uw departement?

Het is een uitdaging om tegelijkertijd in te spelen op de grote trends in de wereld, zoals de opkomst van Azië, als oog te hebben voor de concrete belangen van Nederlandse burgers, bedrijven en organisaties. Ik zal een ministerie van BZ nastreven dat, ook qua postennet, dienstbaar is aan Nederland in Europa en in de wereld. Het hoofdlijnenakkoord leidt tot een aantal stevige bezuinigingen die dit departement en het postennet fors raken. Dit zal pijn doen, zowel intern als wat betreft externe betrekkingen. Ik zie het als taak om dit in goede banen te leiden, op een wijze waarbij de organisatie zich tevens kan richten op de toekomst.

Wat is het eerste dat u gaat doen op uw eerste werkdag als minister of staatssecretaris?

Advies inwinnen. Ik weet dat er binnen het departement veel deskundigheid bestaat, zoals over het krachtenveld waarin Nederland moet opereren. Ik zet inhoudelijke deskundigheid voorop en neem geen genoegen met procesmatige antwoorden. Een van de eerste dingen waar ik naar zal vragen is hoe Nederland het initiatief neemt om tot oprichting te komen van een internationaal tribunaal voor de berechting van misdrijven begaan door IS (Da’esh).

Wat hoopt u te bereiken met uw departement?

Een realistisch buitenlandbeleid voeren, dat de belangen van Nederland en Nederlanders dient, onze waarden niet uit het oog verliest en onze vrijheden verdedigt. Dat klinkt abstract maar vergt concreet werk: medestanders zoeken in EU of NAVO, steun voor Oekraïne realiseren in de oorlog en bijdragen aan verlichting van leed en conflictoplossing in het Midden-Oosten. Nederland is geen groot land, maar heeft een rol te spelen, soms juist ook achter de schermen. Ik wil stevige aandacht voor consulaire dienstverlening. Nederlandse ambassadeurs mogen worden afgerekend op hun inzet voor Nederlandse burgers en bedrijven in het buitenland. De ambtenaren van BZ moeten oog hebben voor de ontwikkelingen in de wereld, maar zeker ook voor wat er leeft in ons eigen land.

Wat is er anders in Nederland en voor de Nederlanders na uw ambtstermijn?

Nederland is een mooi land waar we trots op zijn, maar is ook kwetsbaar in een wereld vol onrust, onzekerheid, haat en geweld. Dat vergt een soms stevige en kritische opstelling van Nederland in de EU maar tegelijkertijd een stevige samenwerking met Europa in de wereld. Met het hoofdlijnenakkoord in de hand, en de belangen van Nederland voor ogen wil ik ons land en de waarden waarvoor wij staan helpen beschermen. Nederlanders moeten de zekerheid krijgen dat ook de minister van Buitenlandse Zaken zich voor hen inzet. Dat is een kwestie van goed bestuur. Ik zal zorgen dat dit voor iedereen duidelijk wordt.

Uw motto?

”Een zeker Nederland in een wereld vol onrust”