Toen ze 25 jaar geleden het Europees Parlement als medewerker van een parlementariër verliet, wist ze één ding zeker: ‘Ik had behoefte om midden in de maatschappij te staan. Femke van der Meulen kwam in het gevangeniswezen terecht en werd gevangenisdirecteur. ‘Het is heel verantwoordelijk werk. En spannend: je moet altijd op je qui-vive zijn. En het gaat over veiligheid maar ook over mensen een tweede kans geven. Het is belangrijk om de tijd in detentie hiervoor goed te gebruiken.

Nu is ze terug, maar liefst als nummer 2 op de lijst voor NSC bij de Europese verkiezingen. Ze heeft intussen haar sporen verdiend in het gevangeniswezen. En van daaruit neemt ze praktische inzichten mee voor het werk als parlementariër. Femke: ‘Bijvoorbeeld hoe beknellend sommige regels uitwerken voor de uitvoering. Gevangenissen hebben geld om onderwijs te geven aan gedetineerden. Zo kunnen gedetineerden zich zo goed mogelijk voorbereiden op hun terugkeer in de samenleving. Toen dachten we: is het niet handiger als we het onderwijs centraal inkopen in plaats van door alle 25 gevangenissen afzonderlijk? Nou dan krijg je dus met Europese aanbestedingsregels te maken. Ik ben er al meer dan negen maanden mee bezig om dit voor elkaar te boksen!’

Dáár wil Femke zich dus voor gaan inzetten: beperking van regelgeving en een goede check hoe regels uitwerken in de praktijk. ‘We hebben in de toeslagenaffaire gezien hoe mensen vermalen kunnen worden in overheidssystemen. Als er ergens een verkeerd vinkje bij je naam komt te staan, is het bijna onmogelijk om dat weer wég te krijgen. We zijn best wel goed van vertrouwen geweest - in onze eigen systemen bedoel ik - het wordt tijd dat overheden kritischer naar zichzelf gaan kijken. En dat we goed nadenken over mogelijke, onbedoelde, neveneffecten van regelgeving.’

Wat Femke verder in Europa wil? ‘Ik wil dat Europa weer teruggaat naar de kern: versterken van onze veiligheid en welvaart, en dat in landen met een sterke democratische rechtstaat in een EU waar integriteit en goed bestuur weer centraal staat. Verder wil ik dat er meer grip komt op migratie en beperken van de Europese regels. Alle besluiten zal ik altijd toetsen aan de uitgangspunten van NSC: bestaanszekerheid en goed bestuur. We moeten daarnaast ook voorkomen dat we te veel afhankelijk worden van landen buiten Europa. In de farmaceutische industrie hebben we gezien wat dat betekent: je denkt het goed geregeld te hebben, en ineens sta je achteraan de rij en kunnen sommige Nederlanders hun medicijnen niet meer krijgen.’

Ook klimaatnormen zorgen er volgens Femke soms voor dat Europese bedrijven op achterstand worden gezet. ‘Natuurlijk moeten we de klimaatdoelen halen, maar laten we het vooral sámen met de bedrijven doen. Wel ambitieus, maar niet in een tempo dat te hard gaat. Ook vind ik het belangrijk dat iedereen mee kan doen met de vele klimaatregels die op onze burgers afkomen. We moeten de bestaanszekerheid blijven bewaken’. Wat betreft de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit – die misbruik maakt van onder andere de open grenzen, wil ze graag meer Europese samenwerking tussen politie en opsporingsdiensten.

Als ze in het Europees Parlement gekozen wordt, wil Femke ook werken aan maatschappelijke stabiliteit. ‘Dat heeft voor mij alles met bestaanszekerheid te maken: mensen moeten in hun basisbehoeften kunnen voorzien. En grip op migratie. Daarom is Femke ook positief over het Europese migratiepact dat onlangs werd afgesproken: strengere immigratiebeleid aan de buitengrenzen van Europa, en tussen de EU-landen een verdelingsmechanisme. ‘We moeten buiten de EU al kunnen beoordelen of mensen recht hebben om naar de unie te komen.’