Vandaag werd in de Tweede Kamer gesproken over de initiatiefnota 'Tien voorstellen voor constitutionele toetsing' van Pieter Omtzigt. In dit blog legt Pieter Omtzigt uit waarom voor Nieuw Sociaal Contract grondwettelijke toetsing en een Grondwettelijk Hof zo belangrijk is. 

Als je de straat op gaat, en aan 10 mensen vraagt: wat is de belangrijkste wet van ons land, dan zou het zomaar kunnen dat alle tien hetzelfde antwoord geven: de Grondwet. Onze Grondwet is een bron van rechtvaardigheid en orde, een fundament van onze samenleving waar Nederlanders terecht trots op zijn. Als je toeslag opeens wordt stopgezet, of als je het idee hebt dat je op een zwarte lijst staat van de overheid, dan is het helder welke artikelen in de Grondwet relevant zijn. Wat veel minder mensen weten, is dat je op die artikelen helemaal geen beroep kunt doen in de rechtszaal. En dat de Grondwet de enige wet is, waar dat voor geldt.

Is dat niet heel vreemd? Over grondrechten wordt eindeloos gediscussieerd. Maar onze Grondwet blijft buiten de praktijk. Terwijl die juist daar een glansrol zou kunnen vervullen, zo zagen we onder andere in het Toeslagenschandaal. Rechters volgden de wet zogenaamd ‘nauwgezet’, oordeelden vaak dat de Belastingdienst correct handelde, terwijl de effecten voor iedereen zichtbaar waren: mensen werden vermalen.

"Over grondrechten wordt eindeloos gediscussieerd. Maar onze Grondwet blijft buiten de praktijk. Terwijl die juist een glansrol zou kunnen vervullen."

Dus ja, dit is inderdaad vreemd. En dat zie je snel als je over de grens kijkt. Concreet: de Venetië-commissie gaf in 2021 al aan dat van de (toen) 47 lidstaten in de Raad van Europa Nederland het enige lid is dat constitutionele toetsing geheel uitsluit. Wij zijn de vreemde eend in de bijt. Zelfs als je nauwelijks kennis van het onderwerp hebt, begrijp je dat het nooit goed nieuws kan zijn om in een adem genoemd te worden met landen Noord-Korea, Cuba en Saudi-Arabië.

Landen in Europa met grondwettelijke toetsing

Gelukkig leeft dat besef volop in Nederland, althans, bij de experts. Zo ongeveer elk rapport dat de afgelopen 25 jaar is geschreven over schandalen en de rechtsstaat, beveelt aan om grondwettelijke toetsing in een of andere vorm in te voeren. Dat begon in 2000, met een rapport over grondrechten in het digitale tijdperk. En nog dit jaar sprak ook de Staatscommissie Rechtsstaat zich hier voor uit.

Vandaag was er een debat over de initatiefnota van NSC met voorstellen om de Grondwet toetsbaar te maken. Dat betekent dat een burger naar de rechter kan om wetten te laten toetsten aan de Grondwet. Die rechter kan dan bepalen dat een deel van een wet niet geldig is omdat die strijdig is met de Grondwet. Wat NSC betreft dient dat bij een grondwettelijk hof mogelijk te worden.

En dat is nodig, want een wet doet niet altijd wat die wet beoogt. De wetgever kan onmogelijk alle mogelijke uitkomsten voorzien. Vaak merk je de uitwerking pas in de praktijk, als er op basis van die wet besluiten worden genomen die burgers raken. Die besluiten kunnen hard zijn, onrechtvaardig, en onontkoombaar: slachtoffers in het Toeslagenschandaal kregen nul op het rekest, omdat verschillende rechters oordeelden dat de relevante wetten zogenaamd ‘correct’ waren toegepast. De bescherming van onze grondrechten is daarom noodzakelijk. Ook in de toekomst zal dit nodig zijn, omdat verschillende ontwikkelingen grondrechten verder onder druk zetten: neem de immer groeiende datahonger van bedrijven en de overheid, in combinatie met de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie.

'Verschillende ontwikkelingen zetten onze grondrechten onder druk. Bescherming is daarom noodzakelijk.'

De regering en het parlement moeten zelf wetten toetsten aan de Grondwet, maar er zijn legio voorbeelden waar dat niet zeer nauwgezet gebeurt. NSC vindt dat dat expliciet moet gebeuren in de Tweede Kamer, maar dat je ook daarna nog naar het Grondwettelijk Hof moet kunnen.

Het Grondwettelijk Hof zal een fysiek gebouw zijn, met eigen rechters, gespecialiseerd in het uitleggen en toepassen van de Grondwet. Zo zal het een tastbaar en tot de verbeelding sprekend symbool worden van de bescherming van onze grondrechten, een instituut met gezag dat van onze belangrijkste wet weer een levend, ademend document maakt. Een document dat de rechten van burgers niet alleen beschrijft, maar ze ook garandeert, omdat het ze afdwingbaar maakt. Juist een Grondwettelijk Hof is, als gespecialiseerd college, bij uitstek geschikt om gevoelige en urgente zaken te behandelen en een correcte uitleg te geven van de hoeksteen van onze rechtsstaat. Het geeft ook snel finale duidelijkheid. Dat geldt niet als elke rechter in Nederland aan de Grondwet mag toetsen, zoals soms voorgesteld wordt. Een kantonrechter uit, bijvoorbeeld, Enschede kan heel snel en goed huurzaken behandelen in zijn eentje, maar mist expertise en deskundigheid op de Grondwet. Het oordeel van grondwettelijke toetsing is dat een wet deel buiten werking gesteld komt. Die wet is wel door het parlement aangenomen en daarom is het goed dat dit juist bij een grondwettelijk hof kan en niet bij rechtbank in Nederland.

In Duitsland zien wij hoe rotsvast het vertrouwen van Duitsers is in hun Bundesverfassungsgericht. Haar uitspraken zijn van grote maatschappelijke waarde. Het Duitse Hof beschermt de rechtszekerheid en rechtseenheid. En de uitspraken zijn richtinggevend voor politici. Zo ontstaat er een interactie tussen staatsmachten waar de burger daadwerkelijk bij is gebaat.

Laten wij de bescherming van onze eigen vitale infrastructuur, want dat is de Grondwet, zelf verzorgen. Grondwettelijke toetsing zal een echte impuls betekenen voor de Grondwet, waar jurisprudentie over komt, die dus weer gaat leven en bewegen, interacteert, en ook concreter wordt. Willen wij dat de beschermende kracht van de Nederlandse Grondwet volledig wordt benut, dat zowel haar praktische als symbolische waarde wordt vergroot, dan moeten we haar de status en toepasbaarheid geven die zij verdient.

Bekijk hieronder de bijdrage van Pieter Omtzigt tijdens het notaoverleg terug. Bekijk hier de bijdrage van NSC-Kamerlid Sandra Palmen tijdens het overleg. Beluister hier het interview met Sandra in het Radio 1 Journaal terug en lees hier het interview met haar in Trouw.